Nooit meer alleen

Enkele maanden terug boekte Yvonne een weekje Landal. Ze wilde Nieuwjaar graag met ons gezin samen vieren op een rustige plaats. De keuze viel op Hoog Vaals. Als we op vrijdagmiddag 28 december naar Zuid-Limburg rijden, denk ik aan de laatste vakantie met Guusje.

Begin maart 2011 brachten we een week door op Landal Heihaas bij Putten. We bezochten veel musea. Onze laatste vakantie van zorgeloos geluk. Een week later zou Guusje met Yvonne naar de huisarts gaan en voor de eerste keer worden opgenomen in het ziekenhuis.

We rijden met twee auto’s naar Vaals. In mijn achteruitkijkspiegel zie ik de grijze Ford. Yvonne achter het stuur. Net zoals in maart 2011. Als we op Landal Hoog Vaals arriveren, zie ik dat Yvonne een prachtig en luxe huisje heeft geboekt. Het park is mooi gelegen in een heuvelachtig landschap. Jammer dat het regent.

Tijdens het avondeten praten we over morgen. We besluiten naar Maastricht te gaan. Yvonne vraagt tips via Twitter. Binnen een uur hebben we voldoende informatie. Vooral over goed eten en drinken.

Op zaterdagmiddag rijden we Maastricht binnen. Het is druk. Gelukkig hebben we adviezen gekregen over parkeren. We lopen de stad in. Het is droog en warm voor de tijd van het jaar. Janneke en Lisa willen graag naar Selexyz. Deze is gevestigd in een oude kerk. Een van de mooiste boekwinkels van Nederland. Ik kom in de verleiding om veel boeken te kopen. Toch houd ik me in. Op mijn nachtkastje ligt nog een stapeltje. Laat ik die eerst maar eens lezen.

Een van de boeken die ik deze week lees is ‘En huilen doe je maar in de pauze’ van Ide Wolzak. Hij verloor zijn zoon achttien jaar geleden. Wouter was 9 jaar en overleed aan een hersenbloeding. In het hoofdstuk ‘You never walk alone’ vertelt Ide dat zijn zoon altijd bij hem is. Hij is een twee-eenheid geworden. Als ouder van een overleden kind ben je nooit alleen. Dat geldt voor de buitenwereld. Als je in beeld komt, dan denkt men vaak aan jouw overleden kind. Dat geldt ook voor jezelf. Je overleden kind is altijd aanwezig. Guusje is bij me. Ze hangt om me heen. Als ik door de bossen loop. Naar mijn werk rijd. Bij mensen op bezoek ben. Altijd en overal. Als ik hierover met Yvonne praat, dan deelt zij dat gevoel. Als moeder vergelijkt ze het met haar zwangerschap. Toen ze in verwachting was van Guusje, was deze ook altijd bij haar. Net zoals nu.

Op zaterdagavond kijken we cabaretprogramma’s. Eerst Theo Maassen. Hoewel ik vaak moet lachen, stoor ik me aan zijn grofheid. Dan maakt hij ook nog een vergelijking tussen het aantal slachtoffers van de aanslag op de Twin Towers met het aantal kinderen dat door honger omkwam op dezelfde dag. Alsof het laatste een groter leed is. Sinds Guusjes overlijden heb ik het niet op dit soort vergelijkingen. Leed is persoonlijk en niet in hoeveelheid uit te drukken. Ide Wolzak snijdt in zijn boek onderwerpen aan waar rouwenden van een overleden kind mee te maken krijgen. Bijvoorbeeld leedconcurrentie. Net zoals Ide hoor ik vaak dat ‘het overlijden van je kind het ergste is dat je kan overkomen’. Ik voel onbehagen bij deze opmerking. Het overlijden van Guusje is inderdaad het ergste dat mij is overkomen. Maar de algemene opmerking ‘je kind verliezen is het ergste dat je kan overkomen’ biedt mij geen troost. Daarnaast voel ik me opgelaten tegenover anderen die een partner, ouder of vriend verliezen. Zij hielden zielsveel van de overledene. Hun verdriet is niet uit te drukken in termen van meer en meest. Er bestaat geen overtreffende trap in rouw.

Na Theo Maassen kijken we naar Ronald Goedemondt. Lisa en Hans woonden begin april 2011 zijn show bij. Yvonne en ik zouden meegaan, maar bleven bij Guusje in het ziekenhuis. Ik geniet van de humor van Ronald. Toch zie ik steeds Guusje voor me. Liggend in haar bed in het AMC.

Er is veel veranderd na Guusjes overlijden. Zo kocht ik ineens geen staatsloten meer. Mijn kinderen zijn mijn grootste rijkdom. Daar kan geen geldprijs tegenop. Toch besluit ik op zondagmiddag bij de Albert Heijn om toch weer een lot te kopen voor de oudejaarsloterij. Als statisticus moet ik toch weten dat de kans op een grote geldprijs laag is. Toch geloof ik graag in toeval. Het waren mijn ouders die in de jaren zeventig bij een loterij een auto wonnen. Ik herinner me nog hoe blij we waren. Wel jammer dat mijn ouders toen nog geen rijbewijs hadden.

Maandag is het Oudjaar. We luisteren naar de Top 2000 op de radio. Lisa en ik proberen elkaar af te troeven met het herkennen van intro’s van liedjes. Ik beleef muziek anders dan vroeger. ‘Tears in heaven’ schreef Eric Clapton voor zijn overleden zoon Conor. Ik snapte nooit hoe hij dit lied kon zingen. Tegenwoordig wel.

Overdag brengen we een bezoek aan het Drielandenpunt. Er is een uitzichttoren en een doolhof. Deze zijn beide gesloten. Wij verbazen ons over de drukte. Gelukkig hebben we veel goede tips gekregen. Even later zitten we aan een tafeltje in ’t Hijgend Hert. Een café op een sfeervolle locatie in de bossen.

Hoewel Landal Hoog Vaals geen vuurwerkvrij park is, wordt er overdag weinig geknald. Op Twitter lees ik veel berichten van overlast. Vooral van zware knallers. Ik ben blij dat we onze hond rustig uit kunnen laten.

’s Avonds spelletjes en cabaret op tv. Geniet van de Top 2000 op de radio. Om 12 uur naar buiten. Er is prachtig siervuurwerk. Het waait hard. Graag hadden we voor Guusje een wensballon opgelaten. Ik wens Yvonne en onze kinderen een gelukkig nieuwjaar. Het is gemeend. Ik hou ontzettend veel van mijn vrouw en onze kinderen. Toch voel ik ook nu het gemis. Het wordt weer een jaar zonder Guusje.

Ide Wolzak schrijft over levenslang verdriet dat niet kan worden verwerkt. Als we in bed liggen, vraag ik aan Yvonne hoe zij de jaarwisseling heeft ervaren. Ik geef aan dat ik Guusje nog steeds mis. Dat ik een jaar geleden nog echt het idee had dat het verdriet nu minder zou zijn. Yvonne zegt dat we vorig jaar geen idee hadden wat ons was overkomen. Nu dringt het steeds meer tot ons door: we hebben levenslang verdriet.

Toch kunnen we genieten. We kunnen èn Guusje missen èn plezier hebben. Tegelijkertijd. Op Nieuwjaarsdag gaan Yvonne en ik naar het zwembad met Anton en Loes. Ik speel met onze kinderen in het water. Op hetzelfde moment voel ik dat Guusje hierbij had moeten zijn. In mijn gedachten hoor ik haar praten. Datzelfde hebben Anton en Loes ook. Ze dobberen heerlijk door het water, maar missen hun zusje. Ze geven dat ook aan. Na het zwemmen kijken we naar de film ‘Lang en Gelukkig’ op televisie. Dit is een verfilming van een toneelstuk. Hierin speelden Janneke en Guusje enkele jaren terug. Ik lach om de grappige scenes in de film en zie ondertussen ons kleine blonde meisje op het toneel. Dit doet me besluiten om een nieuwjaarswens op mijn blog te plaatsen. Een foto van onze vijf kinderen. Ze stralen levenslust uit. Plezier in hun ogen. Achter hen een fel licht. Vreugde en verdriet gaan gelijk op. Dit is leven zonder Guusje.

De eerste dagen van het nieuwe jaar verlopen rustig. We slapen elke ochtend uit. We hebben veel tips gekregen, maar we hebben geen trek om erop uit te gaan. Er is een fijne binnenspeeltuin en een mooi binnenzwembad. Ik vind overdekte zwembaden vaak koud, maar op Landal Hoog Vaals hebben ze begrepen dat het water lekker warm moet zijn. Verder is er een prima restaurant.

De laatste dag zitten Yvonne en ik samen aan de koffie. We praten over onze kinderen. We hebben beiden het gevoel dat we een jaar of meer kwijt zijn. Alsof er naast een gat tussen de kinderen er ook nog een gat in de tijd geslagen is. Onze kinderen groeien maar door en wij moeten hen bijbenen. Dat vind ik lastiger dan vroeger. Ik was een man die op de toekomst gericht was. Af en toe keek ik achterom. Tegenwoordig denk ik veel aan het verleden. Guusje is immers de hele dag bij me. I never walk alone.