Dagboek van een verdrietig jaar

In Libelle stond twee weken geleden 'Dagboek van een verdrietig jaar'. Hieronder vind je de tekst van dit artikel.

Vorig jaar Kerst stond Guusje in Libelle. Het dappere meisje dat aan een zeldzame vorm van kanker leed, overleed op 30 oktober 2011. Ze werd 10 jaar. Haar vader Lowie van Gorp beschrijft hoe zijn vrouw Yvonne en hun kinderen het leven zonder Guusje proberen op te pakken.

31 december
Een keiharde knal. Ik ben wakker. Het is Oudjaar. De laatste dag van 2011. Meteen weer die gedachte in mijn hoofd: Guusje is dood. Ze zit in mijn hoofd. Elke minuut van de dag. Ze gaat niet weg. Waarom zou ze? Wat is het meest indrukwekkende moment van 2011? Zondagmiddag 30 oktober, halfdrie. Ik zie het dode gezicht van Guusje voor me. Ik heb er zelfs een foto van. Die bekijk ik vaak. Eindelijk rust. Eindelijk bevrijd. Ik zei dat ik blij zou zijn dat 2011 voorbij is. Wat een rotjaar. Loes (8) zei toen: "Maar in 2011 leefde Guusje nog." Ik neem mijn woorden terug. De afgelopen tien jaar met Guusje waren de moeite meer dan waard. Ook het afgelopen jaar. Hoe ellendig ook. Guusje was bij ons. Dat telt. In de geest van Guusje gaan we vanavond iets leuks doen. We vieren Oudjaar en verwelkomen het nieuwe jaar in de Efteling. De avond wordt net na twaalven afgesloten met een spetterend vuurwerk. We wensen elkaar een mooi 2012. Het voelt raar. Alsof het niet gemeend is. Een jaar geleden wensten we elkaar ook een mooi nieuwjaar. Toen hadden we geen idee welk onheil ons boven het hoofd hing.

2 januari
Bijna kwart voor zeven, ik moet opstaan, weer aan het werk. Zal ik de hele dag aan Guusje denken? Ze zit in mijn hoofd, ook nu weer. In de hal word ik opgevangen door twee collega’s die aanwezig waren bij de crematieplechtigheid van Guusje. We drinken samen koffie. Aan het einde van de middag rijd ik naar huis. Een vermoeiende dag maar ik voel me goed. Ik heb niet elke minuut aan Guusje gedacht, er was afleiding. Natuurlijk zijn mijn gedachten vaak bij ons kleine blonde meisje. Dat zal waarschijnlijk nog lang zo blijven. Daar is niks mis mee.

6 januari
Guusjes ziekte en haar dood hebben mij veranderd. Hoe? Dat weet ik nog niet. Wel dat de verandering radicaal is. Ik merk het aan kleine dingen. Vroeger kocht ik elke maand een staatslot. Hopend op een grote geldprijs. Sinds de constatering van de tumor bij Guusje koop ik nooit meer een lot. Ik ervaar de verandering vanbinnen ook vanavond. Een vriendin wordt vijftig. We gaan naar het feest. Iedereen heeft plezier. Ik praat volop, maar deel niet in de feestvreugde. Wel aan de buitenkant. Niet vanbinnen. De glans is eraf. Ik denk voor altijd.

7 februari
Ik ben aan het werk in Utrecht. Het is middag en ik bel naar huis om iets te vragen. Yvonne neemt de telefoon op. Ik hoor dat het niet goed is, ze klinkt leeg. Yvonne is alleen thuis. Ze stond zojuist bij de basisschool van onze kinderen. De bovenbouw ging schaatsen. Ze zag groep 7 zonder Guusje. Ik herken het beeld. Elke keer als ik Guusjes klas zie, dan denk ik: waar ben je nou? Graag zou ik nu naar huis rijden, maar dat gaat niet.

18 februari
We rijden weg. Onze eerste vakantie na een turbulent jaar. Een week Villa Pardoes is een cadeautje. We zouden deze week met Guusje en onze andere kinderen Janneke (17), Lisa (16), Hans (14), Anton (12) en Loes (8) gaan genieten. Gepland toen we hoopvol naar de toekomst keken. Ik zie Guusje in haar rolstoel. Ze zou tegen haar broers en zussen zeggen: "We genieten dankzij mij."

7 maart
Vandaag denk ik veel aan gisteren. Een dag met bijzondere ontmoetingen. Het eindgesprek met Guusjes oncoloog. De afspraak met de psycholoog. Ontmoetingen met artsen en verpleegkundigen. Mensen die geprobeerd hebben om Guusje beter te maken. Toen dat niet meer kon, maakten ze het haar zo comfortabel mogelijk. Ik sluit deze mensen voor altijd in mijn hart. Zo gedreven als ze zijn om kinderen beter te maken. Soms ontglipt hen een kind, zoals Guusje. Wat moet dat moeilijk voor ze zijn.

25 april
Goedgemutst rijd ik naar Utrecht. Ik zoek een rustig plaatsje op kantoor. Een collega die ik lang niet gesproken heb, zit naast me. Ik vertel dat mijn leven zo enorm veranderd is door Guusjes ziekte en dood. Dat ik tegenwoordig beter kan relativeren. Hij vraagt hoe ik überhaupt kan werken. Ik wil een antwoord geven, maar val stil. Denk na. Ik weet niet wat te zeggen. Sta aan de grond genageld. Ik beken dat ik het niet weet. Waarom werk ik? Zeker na wat ik heb meegemaakt. Leuke collega’s? Brood op de plank? Geen idee. Ik werk. Ik ga door.

13 mei
Yvonne slaapt. Het is Moederdag. Ik baal. Ik ben vergeten een cadeautje te kopen namens Guusje. Waarom heb ik daar niet aan gedacht? Gisteravond kwam er een tweet voorbij. Een vader had namens zijn overleden zoon een cadeau voor mama gekocht. Een mooi gebaar. Een goed idee, maar de winkels waren al gesloten. Daar zat ik dan. Boos op mezelf.
Het is tijd om op te staan. Ik wek iedereen. Dat valt niet mee. Onze oudste dochters slapen graag een gat in de dag. Even later zitten we allemaal bij mama op bed. Ouders en vijf kinderen.
Toen Guusje overleden was, voelde het de eerste weken alsof ze er nog was. Steeds dacht ik dat ze in bed lag of op school was. Inmiddels voelt het anders. Guusje komt definitief niet meer terug. Het voelt incompleet, zeker nu met z’n allen op bed. Er ontbreekt een stukje in de puzzel. Een eerste Moederdag zonder Guusje.

23 mei
Ik weet hoe erg het missen is. Omdat ik het eens zo liefdevol bezat. Dus zal ik nooit zeggen. Had ik het maar niet gehad. Ik zit in bed. Laptop op schoot. Lees de lieve woorden die ik ontvang, waaronder voorgaande tekst. Het is geen verjaardag. Guusje ligt niet te wachten in haar bed. We komen niet met z’n allen haar slaapkamer binnen. We zingen niet ‘Lang zal ze leven’.
Ik zie op tegen deze dag. Yvonne en ik proberen er een feestdag van te maken, maar zo voelt het niet. Haar geboortedag vieren. Er is geen vreugde. Guusje is dood. Hoe we ook ons best doen, terugkomen zal ze niet. In de loop van de ochtend merk ik toch dat deze dag bijzonder gaat worden. Dit is geen gewone woensdag. Dit is ook geen verjaardag. Dit is Guusjes geboortedag. Er zijn veel mensen die haar liefhebben en dat laten ze ons weten.
We ontvangen bezoek. Familie en vrienden. Ook veel klasgenoten. Elke kind brengt een bloem. We schrijven samen kaartjes. Wensen voor Guusje die komen aan paarse ballonnen. Op weg naar de hemel.
'Ik weet niet wat ik tegen je moet zeggen', hoor ik telkens weer. Ik zeg dat het niet uitmaakt. Als je maar wenst vanuit je hart, dan is het goed. Gefeliciteerd of sterkte. Het maakt niet uit. Spreek uit je gevoel. Zeg maar iets. Dat is vaak beter dan zwijgen. Dat zegt niets.
De dag is voorbij. Iedereen slaapt, ik ben nog wakker. Ik maak de balans op. Het was een moeilijke dag voor ons. Het was een mooie dag voor Guusje. Eigenlijk zijn alle dagen zwaar. Maar door de positieve kracht van aandacht kunnen we ons verdriet met anderen delen. Het is fijn om niet alleen te rouwen.

6 juni
Ik ben nog altijd onder de indruk van Juul. Ze benaderde me na het overlijden van Guusje. ‘Ik wil een liedje componeren en zingen voor uw dochter’. Dit weekend is het regisseur Marij die besluit het toneelstuk op te dragen aan Guusje. Onze dochter heeft bij veel mensen een plaatsje veroverd in hun hart. We rouwen. Niet teruggetrokken in huis. Geen gordijnen dicht, geen tranen zonder einde. We werken. We gaan naar school. We gaan op vakantie. En Guusje gaat met ons mee. We denken vaak aan haar. Als dochter en als zus. We houden van haar. We missen haar. We hebben verdriet. We leven door.

29 juli
Het is zomervakantie. We maken een wandeling over het strand, de kinderen lopen voor ons. Ik zeg tegen Yvonne dat het misschien vreemd klinkt, maar het beeld van vijf kinderen went. Ik weet dat Guusje er niet meer tussen kan lopen. Dit staat los van het missen. Alsof mijn hersenen zich hebben aangepast aan de nieuwe werkelijkheid: vijf om voor te zorgen en zes om van te houden.

1 augustus
Yvonne en ik zijn veranderd. Zo kan het gebeuren dat ik mijn vrouw plotseling in tranen zie. Momenten van gemis. Ze komen voorbij, vaak meerdere keren op een dag. Samen maken we ons zorgen over de kinderen. Hoe ervaren zij het verlies van hun zusje? Ook zij missen haar. We willen niet dat het gemis een obstakel wordt. Niet in de toekomst. Aan de buitenkant zien we gewone kinderen. Janneke en Loes zitten samen te kleuren. Hans leest een boek. Anton speelt met een bal. Lisa luiert in de hangmat. Door het overlijden van Guusje zijn zij geconfronteerd met hun eigen sterfelijkheid. Yvonne en ik  merken dat veel mensen zich weinig comfortabel voelen bij het overlijden. In onze samenleving is dood een taboe. Waarom steeds weer het verhaal herkauwen? Probeer te leven. Dat doen ze. En Guusje maakt daar onderdeel van uit. Ze leven verder zonder hun zusje.

3 augustus
Ik rijd over de snelweg. De lucht is strakblauw, de wereld is mooi. Vroeger zou ik me op zulke momenten gelukzalig hebben gevoeld. Nu niet meer. Ik denk aan Guusje. ’s Middags zie ik onze kinderen veel plezier hebben. Er zijn spectaculaire glijbanen en een heerlijk golfslagbad. Samen ronddobberen in opblaasbanden. Ik voel me gelukkig. Wat is rijkdom? Genieten met mijn kinderen. Nog altijd. Wel minder dan vroeger maar nog altijd rijk.

29 augustus
Ik krijg ineens zin om met Loes en Anton naar de Efteling te gaan. Daar hebben die twee wel oren naar. Is dit mijn nieuwe levensweg? Ben ik veranderd? Het antwoord is ‘ja’. Vroeger zou ik thuis meteen aan het werk zijn gegaan. Tegenwoordig geniet ik meer van mooie momenten. Nu is nu en pluk de dag.

13 september
Vaak wordt mij de vraag gesteld of ik het niet erg confronterend vind om steeds het verhaal over Guusje te vertellen. Het is een goede vraag. Anderhalf jaar geleden zou ik deze misschien ook hebben gesteld. Ik heb lang moeten nadenken over een antwoord. Soms is gevoel lastig in woorden uit te drukken. Acht jaar geleden overleed mijn opa. Enkele maanden na zijn dood dacht ik nog af en toe aan hem. Mooie herinneringen. Ik had er vrede mee. Guusjes dood beleef ik anders. Haar overlijden houdt me al meer dan tien maanden bezig. Guusje is elk uur van de dag in mijn gedachten. Ik kan er geen streep onder zetten. Ze is aanwezig, ook na haar dood. En daarom is het natuurlijk om over haar te praten. Soms komen de emoties naar boven. Bijvoorbeeld als ik over haar sterven vertel. Maar ik wil er niet voor weglopen. Het verdriet hoort bij mijn leven.

4 oktober
Gisteravond stond Loes huilend beneden. Verdriet om Guusje. Ze verheugt zich op haar verjaardag, volgende week donderdag. Maar ze weet ook dat oktober de maand is waarin Guusje overleed. Yvonne heeft voor Loes meteen een afspraak gemaakt met de rouwtherapeute. Het is bijna lunchtijd. Ik haal Loes op bij school, we lopen samen naar huis. Loes praat over haar verjaardag. Ze gebruikt af en toe de term ‘geboortedag’. Een woord dat typisch bij Guusje hoort. Ze vraagt wat we gaan doen op Guusjes sterfdag. Ik zeg dat papa en mama dat nog niet weten. Het wordt geen feest. Op haar geboortedag willen we vieren, op haar sterfdag herdenken.

30 oktober
Het is middernacht, het begin van Guusjes sterfdag. Een jaar geleden wist ik het zeker. Ze zou gaan sterven. Waarschijnlijk nog dezelfde dag. Ik kijk naar de urn. Er staat een paarse kaars naast. Die is spontaan uitgegaan.
We staan vroeg op. We ontbijten. Onze kinderen hebben verlof, op school zijn is vandaag niet zinvol. Ik weet bijna zeker dat onze kinderen dan in gedachten bij Guusje zijn. Vorig jaar zaten ze bij hun zusje. Op haar verzoek waren ze erbij. Wachten op het einde. Wachten op de dood.
’s Middags rijden we naar Amsterdam. We passeren het AMC. Ik kijk naar de achtste verdieping, denk terug aan een jaar geleden. Ik parkeer even later bij Artis. We lopen naar de giraffen, Guusjes favoriete dieren. Een kleine giraffe loopt naar ons toe en kijkt ons aan. Het is halfdrie. Denken aan Guusje.
Aan het einde van de dag maak ik de balans op. Ik herbeleef de dagen van vorig jaar. Niet alleen de beelden, ook gevoelens komen terug naar boven. Morgen weer een nieuwe dag. Een dag zonder Guusje. Ik loop naar de kaars naast de urn en blaas deze uit. Ik kijk naar haar foto en zeg: ‘Slaap lekker. Welterusten. Tot morgen. Doei dag.’

Lowie geeft in samenwerking met Yarden lezingen door het hele land met als titel ‘KanjerGuusje: Op de wind heb je geen invloed, wel op hoe je de zeilen zet’. Kijk voor data en locaties op: www.yarden.nl/voorlichting/agenda of bel 0800-1292. De toegang is gratis. De familie blijven volgen kan via www.kanjerguusje.nl