Woensdag 7 november 2012

Met mijn Nederlandse collega Wouter zit ik aan het ontbijt. We spreken over de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Veel Europeanen zijn blij met de herverkiezing van Obama. Een Engelse collega, die in hetzelfde hotel overnacht, komt naast me zitten. Hij vraagt wat ik van Angela Merkel vind. Ik vind het een vreemde vraag. Denk na over een antwoord. Dan realiseer ik me waarom hij deze vraag stelt. Hij denkt dat ik een Duitser ben.

Zouden veel Nederlanders een mening hebben over Merkel? Ik betwijfel het. Ik had wel een mening over haar. In het verleden. Toen ik de kranten nog spelde. Zeker als het over politiek ging. Het is een van de grote veranderingen die zich hebben voltrokken door Guusjes ziekte en overlijden.

Een lange dag training. Ik ben het gewend van Amerikanen. Ze weten niet van ophouden. Ik heb moeite om gefocused te blijven. Het wordt laat. Dus ook het avondeten. Naast me zit een Duitser die fanatiek beweert dat je door te kiezen voor bepaald voedsel niet ziek wordt. Een burn-out vindt hij onzin. Hier zit iemand naast me die weinig heeft meegemaakt. Ik heb inmiddels geleerd om dan te denken dat hij gezegend is en dat ik graag in zijn schoenen zou staan. Alleen wel jammer dat ik nu naar zijn onzin moet luisteren. Het nadeel van een vaste tafelplaats tijdens het eten.

Het is 11 uur Nederlandse tijd als we van tafel gaan. Als ik eindelijk op mijn hotelkamer aankom, kijk ik naar twee boeken. Die had ik meegenomen om te lezen. ’s Avonds ontspannen. Daar komt helaas niets van terecht.