Dinsdag 2 oktober 2012

Al twee nachten word ik vaak wakker. Dat is geen gewoonte. Ik ga altijd laat naar bed, maar slapen kan ik als de beste. Het is druk op het werk. Al vroeg zit ik achter een bureau. De zon schijnt door de ramen in mijn gezicht. Het verkeer raast beneden over de A2.

Ik werk flink door. Slechts een uurtje onderbroken voor een kopje koffie met Heleen. Zij is de moeder van Thijs. Hij had de Ziekte van Tay-Sachs, een stofwisselingsziekte. Heleen schreef het boek ‘Thijs – En toen hield het lachen op …’. Een mooie titel. Een ontroerend verhaal. Hoewel Thijs overleed aan een andere ziekte dan Guusje, was er voor mij veel herkenning tijdens het lezen. Zo ook tijdens ons gesprek. Heleen maakt me duidelijk dat een langdurige ziekteperiode van je kind niet alleen een dreun is voor je geest, maar ook voor je lichaam. We ontmoeten elkaar met een hand. We nemen afscheid met een omhelzing. De afspraak is elkaar weer spoedig te zien, want het was een prettige ontmoeting. Het klinkt best vreemd: twee ouders van een overleden kind die gezellig hebben zitten babbelen.

Tegen 6 uur zit ik in de auto. Ook vanavond moet er nog het een en ander gebeuren voor het werk. Daarom weinig tijd voor privézaken. Toch neem ik even de tijd om bij mijn vriend René op bezoek te gaan. Hij heeft een studio en kan geluidsopnamen maken. Ik wil graag KanjerGuusje uit gaan brengen als luisterboek. We maken een proefopname. De eerste keer spreek ik te snel. Met te weinig gevoel.

Ook vandaag lees ik over vorig jaar. Het was een prachtig weekend. De zon lachte ons toe. Op zaterdag genoot Guusje van schilderen met haar vriendin Nikki. Op zondag gingen we een dagje varen. Guusje had een hele goede dag. Het was haar laatste.