Maandag 10 september 2012

Deze ochtend heb ik een afspraak op UniC, een middelbare school in Utrecht. Eerstejaars leerlingen gaan zich inspannen voor Stichting KanjerGuusje. Docente Petra heeft mij gevraagd een inleiding te verzorgen. Ik gebruik foto’s bij mijn presentatie. Als ik de laptop installeer, komen de leerlingen binnen.

Het is een grote groep. Er wordt aandachtig geluisterd. Veel vragen gesteld. Vooral over het overlijden van Guusje.
De vragen zijn ontwapenend: hebt u veel gehuild?
Bezorgd: hoe gaan uw kinderen om met het verlies van Guusje?
Betrokken: wat waren haar laatste woorden?

’s Middags ontvang ik een sms van Petra. In haar bericht geeft ze aan terug te kijken op een geslaagde ochtend. Dat is fijn om te weten. Kanker en dood zijn lastige onderwerpen. Iedereen komt er vroeg of laat mee in aanraking. Bespreekbaar maken is mijn doel. Zonder te dramatiseren.

Op mijn werk praat ik deze middag twee keer met mensen over de dood. Dit gebeurt bijna nooit. Het valt me dan op dat elk mens wel een bijzonder verhaal meedraagt. Vaak wordt het niet gedeeld met anderen. Voorbeelden zijn baby’s die bij de geboorte overlijden, moeders die overgingen tot zelfdoding of vaders die te veel dronken en agressief waren. Toch zijn het juist deze verhalen die bepalend zijn voor iemands kijk op het leven en die we vaak niet van elkaar kennen.

Ik ben laat thuis. Ik heb enorme trek. Het avondeten is op. Yvonne bakt een ei voor me. Ik zit uitgeteld op de bank. Politici vullen de beeldbuis. Over twee dagen stemmen. Ik kan nog steeds niet kiezen. Voor Guusjes ziekte had ik duidelijke standpunten en voorkeuren. Ik geloofde er echt in dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen geluk. Daar ben ik op teruggekomen. Toen Guusje ziek was, kon ik maar aan één ding denken: als ze maar blijft leven. Ik kreeg die gedachte maar niet uit mijn hoofd. Hoe graag ik het soms ook wilde. Ze was er. Elk uur van de dag. Geluk is niet maakbaar.