Donderdag 20 september 2012

’s Ochtends werk ik thuis. ’s Middags heb ik een bijeenkomst van mijn werk in de Efteling. In een zaal luisteren we naar presentaties. De eerste spreker is Jamie Anderson. Hij heeft een boek geschreven. In ‘The fine art of success’ laat hij zien hoe grote kunstenaars ook vaak goede zakenlui zijn. Jamie laat ons nadenken hoe Lady Gaga via social media is doorgebroken bij het grote publiek. Hij looft zelfs een boek uit voor het juiste antwoord. Er volgen na Jamie nog enkele sprekers. De middag vliegt voorbij. Om 6 uur loop ik het park uit. In mijn hand een exemplaar van ‘The fine arts of success’.

Om 7 uur staat Victor aan de deur. Hij is de vader van Nikki, het vriendinnetje van Guusje. Victor vergezelt me naar de bibliotheek in ’s-Hertogenbosch. Daar spreek ik vanavond over KanjerGuusje. De meeste bezoekers zijn bekenden. Ontmoet via Twitter of Facebook. Ik ben verrast, als ik Ed binnen zie komen. We waren collega’s bij SAP. Nu zijn we lotgenoten. Ed is een stille meelezer. Al heel lang. Vanavond doorbreekt hij de stilte.

Het is een mooie avond. Dat zeggen ook de aanwezigen bij het afscheid. Ik constateer dat ik makkelijk een aantal uren zou kunnen vullen met verhalen over Guusje. Afhankelijk van onderwerp en publiek maak ik keuzes. Zo bespreek ik vanavond wat er komt kijken bij het uitgeven van een boek. Een onderwerp dat prima past binnen de muren van een bibliotheek.

Elke lezing hoor ik mooie verhalen en goede adviezen. Vanavond spreek ik na afloop uitgebreid met Ed. Ik heb hem jaren niet gezien en ik wist niet dat zijn zoon overleden is aan kanker. We hebben het erover dat mensen vaak niet weten wat ze moeten zeggen tegen ouders van een overleden kind. Waarom? Praten is niet nodig. Bied vooral een luisterend oor. En oordeel niet.

Mijn ervaring is dat je als buitenstaander weinig verkeerds kunt zeggen. Zolang het maar uit je hart komt. Natuurlijk kan het wel eens gebeuren dat iemand een opmerking maakt waardoor je denkt: die heeft het dus echt niet begrepen. En wat denk je dan als ouder van een overleden kind? Ed vertelt: ‘Heel makkelijk. Als iemand iets zegt dat in mijn ogen ‘dom’ is, dan neem ik hem nooit iets kwalijk. Ik denk vooral dat het jammer is dat ik zelf zulke opmerkingen niet meer maak. Dat zou immers betekenen dat mijn zoon nog leeft.’

Ed heeft geen boek geschreven. Hij komt wel voor in een boek. Het heet ‘Leven na de wending’. Een bundeling verhalen over ouders van een overleden kind. Het eerste verhaal gaat over Ed. Hij schenkt mij een exemplaar. Ik geef hem een KanjerGuusje.

Als ik thuiskom, laat ik Yvonne de rozen, het boek en de kaarten zien die ik heb ontvangen. Zij toont mij een bos bloemen die we gekregen hebben van een moeder. Haar zoon zit in Guusjes klas. Er zijn veel mensen die aan Guusje denken. Dat medeleven schenkt ons warmte.