Zomervakantie 2012 - deel 2

Tijdens vakantie kom je soms bekenden tegen. Ik loop mijn collega Stef tegen het lijf. Op dezelfde camping in Spanje. Ook hij heeft het prima naar zijn zin. Heerlijk relaxen. Zonnig klimaat. Luxe camping met goede voorzieningen. Met uitzondering van het internet. Buiten de camping werkt mobiel internet. Op het kampeerterrein ben je verplicht gebruik te maken van wifi tegen betaling. Stef denkt dat de camping bewust het 3G-netwerk blokkeert. Zonder internet kunnen Yvonne en ik niet whatsappen met onze dochters en met Anja Huizinga. Met haar dochter Xena gaat het niet goed. Wij hebben afgesproken dat Anja ons op de hoogte houdt. Uiteindelijk besluit ik na enkele dagen dan toch maar vijfentwintig euro neer te tellen voor een wifi-verbinding die niet altijd en overal werkt. Als ik dit meld bij de receptie, is er toevallig net ‘a technical problem’. Zo lust ik er nog wel een paar.

Ik heb een stapel boeken meegenomen. Eindelijk tijd om rustig te lezen. Al weken kijk ik uit naar ‘Tonio’ van A.F.Th. van der Heijden. Een requiemroman over zijn zoon die omkwam bij een verkeersongeval. Een boek geschreven door de ogen van een vader. Hoe ervaart hij de dood van zijn zoon? Het is een dik boek. Ik lees rustig. Laat de teksten tot me doordringen. Vier dagen heb ik nodig om het boek uit te lezen. Het is zo anders dan de dood van Guusje. Tonio is enig kind. Hij is volwassen en woont niet meer thuis. De laatste keer dat zijn ouders hem zien is drie dagen voor het ongeval. Ze hebben een prettige avond samen. Zijn dood komt vanuit het niets. Op Eerste Pinksterdag, de negende verjaardag van Guusje overigens, worden zijn ouders opgehaald door een politiebusje en naar het AMC gebracht. Tonio verkeert in kritieke toestand. Artsen vechten voor zijn leven. Tegen beter weten in? Aan het eind van de dag horen ze dat Tonio gaat overlijden. Verder opereren is zinloos. De beademing wordt stopgezet. De ouders mogen afscheid nemen voordat hij zijn laatste adem uitblaast. Daarna zien ze hun zoon bewust niet meer. Ze willen hem zich levend herinneren. Tonio wordt in kleine kring begraven. Een sobere uitvaart. Een nazit met veel alcohol. Het valt me op dat drank een grote rol speelt na het overlijden van Tonio. Zo ook kalmeringspillen.

De beschrijving van de overleden zoon komt op mij over als geïdealiseerd. Tonio staat op een voetstuk. Ik lees geen negatieve eigenschappen. Van de doden niets dan goeds. Het valt mij vaak op dat schrijvers van e-mails ook van Guusje een dergelijk beeld schetsen. Ik vind dat onze dochter haar ziekte buitengewoon moedig heeft gedragen. Ik benadruk echter dat zij een gewoon meisje was. Dus ook met minder positieve trekken. Zo kon Guusje flink ruziemaken of de baas spelen.  Ze liet niet over zich heenlopen. Een dame met pit. Ze was geen opgeruimd type. Ze maakte er vaak een rotzooi van. Overal vinden we nu nog zakjes met papiertjes en elastiekjes. Een schone witte broek was niet aan haar besteed. Elke avond een bad wel.

De roman gaat niet alleen over de dood van Tonio. Het verhaal behandelt zijn leven. Zeker de eerste helft van het boek. Daarna gaat Van der Heijden meer in op zijn gevoelens van rouw. Ik lees verschillen met mijn wijze van rouwen. Hij wil niet gecondoleerd worden. Daarom ontwijkt hij mensen bewust. Bij hem speelt boosheid vaak. Ik herken het niet. Op wie moet ik boos zijn?
Er zijn ook overeenkomsten. Zo heeft Van der Heijden een hekel aan de zin die je vaak tegenkomt op condoleancekaarten: gemis slijt na verloop van tijd. Veder ervaart hij een andere wereld na de dood van zijn zoon. Een diep litteken dwars door zijn leven. Een ervoor en erna.

De mooiste zin uit het boek vat mijn huidige gevoelens van rouw perfect samen: het huilt in mij. Ik heb het al vaker gesteld. Ik toon nauwelijks tranen. Gestopt na de uitvaart. Het verdriet zit in me. Ik denk aan Guusje. Vele momenten van de dag.



Ik vul de dagen niet alleen met lezen. Met Yvonne, Hans, Anton en Loes ga ik op stap. Op woensdag 25 juli samen naar Barcelona. Parc Guëll is een van de mooiste parken van Europa. Als in een doolhof loop je steeds door een andere omgeving. Steeds afvragend waar je heen gaat. De Ramblas bezochten we vier jaar geleden ook al. Met alle kinderen. We waren Hans een half uur kwijt. We genoten van heerlijke watermeloenen. Liepen Guusjes vriendin Nikki, samen met haar zus en ouders, tegen het lijf. Toen waren er veel straatverkopers en levende standbeelden. Daar is weinig meer van over. Zijn ze verdreven door de autoriteiten? De Ramblas is minder levendig.

Enkele dagen later bezoeken we Montserrat. De rijkdom van de kerk is zichtbaar. Vroeger staken we nooit een kaarsje op. Tegenwoordig wel. Voor Guusje en voor Xena. Herinnering en hoop.


De andere dagen vermaken we ons met lezen, luieren en zwemmen. Toch merken Yvonne en ik dat ook Hans, Anton en Loes hun oudere zussen missen. Hans wil op zondag dolgraag met me meerijden naar het vliegveld. Janneke en Lisa ophalen. We zijn compleet.



We maken een wandeling samen. De kinderen lopen voor ons. Ik vertel tegen Yvonne dat het misschien vreemd klinkt, maar het beeld van vijf kinderen went. Ik weet dat Guusje er niet meer tussen kan lopen. Dit staat los van het missen. Alsof mijn hersenen zich hebben aangepast aan de nieuwe werkelijkheid: vijf om voor te zorgen en zes om van te houden.

Na ‘Tonio’ lees ik ‘Tranenvan liefde’. Dit boek is geschreven door Tim Overdiek. Zijn vrouw Jennifer werd aangereden door een motoragent. Op het moment dat ze een zebrapad overstak met het licht op groen. Heel wrang. Ook Jennifer overleed in het AMC. ‘Tranen van liefde’ is een dagboek. Tim is weduwnaar met twee zonen.

Van der Heijden heeft een prachtig eerbetoon geschreven aan zijn zoon Tonio. Zijn schrijfstijl is afstandelijk en verhalend. Tim vertelt anders. Heel openhartig. Steeds heb ik het gevoel dat ik in het verhaal zit in plaats van dat ik een toeschouwer ben. Ook in ‘Tranen van liefde’ herkenning. Het vermijden van Jennifer als gespreksonderwerp door anderen. De zorg voor de kinderen. Tim heeft niet alleen zijn eigen verdriet. Hij wil ook zijn zonen zo goed mogelijk begeleiden. Hoe doe je dat? Je kinderen opvangen in hun rouw. Ik herken die zorg.
Op 1 januari wil Tim een nieuwe start maken. Hij maakt bekend de rouw binnen het gezin te willen houden. Jennifer is twee maanden dood. Richting de buitenwereld wil het gezin weer gewoon meedraaien. Net zoals voor het overlijden van Jennifer. Dat het uiteindelijk niet lukt lees je in de maanden die volgen.
De verschillen met mijn situatie zijn bij ‘Tranen van liefde’ groter dan bij ‘Tonio’. Tim verliest zijn partner. Niet zijn kind. Al na enkele maanden heeft hij contact met andere vrouwen. Op zoek naar een nieuwe partner voor het leven. Een andere dimensie van het verlies. Het maakt zijn verdriet niet minder. Wel anders.

Ik heb het boek ‘Tranen van liefde’ van Tim gekregen. We hebben elkaar enkele maanden geleden ontmoet. We ruilden onze boeken. Tim heeft een boodschap in mijn boek geschreven:

Hoe dan ook, het wordt beter

Hoopvolle woorden. Ik merk er echter weinig van. Het is anders. Dat wel. Met Guusjes dood stapte ik een nieuwe werkelijkheid binnen. De wereld metzonder Guusje. Beter ervaar ik deze wereld nog steeds niet. Ook niet negen maanden na haar uitvaart.

Samen op vakantie is gezellig. Heerlijk dat we compleet zijn zonder dagelijkse beslommeringen. Yvonne en ik willen vooral weinig doen. Echt rust houden. De hangmatten zijn vaak bezet. Er worden veel boeken gelezen. Spelletjes gedaan. ’s Avonds meestal Kolonisten van Catan. Al jaren ons favoriete gezelschapspel op vakantie. Vroeger won ik vaak. Deze vakantie leg ik het af. De kinderen worden ouder. Dus slimmer in het spel. 

Wordt vervolgd