Dinsdag 21 augustus 2012

Ik word wakker en vertel meteen tegen Yvonne het slechte nieuws over Marnix. Hij was op 31 oktober Guusjes buurjongen. Marnix lag in de kamer naast haar. Ook hij gaat overlijden. Ik krijg het vandaag niet uit mijn hoofd. Als ik op het blog over hem kijk, dan valt mijn oog op ‘Life as we know it is over’. Hoewel elk geval van kanker bij kinderen uniek is, zijn er gemene delers. In ‘Life as we know it is over’ beschrijven de ouders van Marnix het gevoel van falen. Een gevoel dat ook mij overkwam, toen Guusje ongeneeslijk ziek bleek te zijn.

Het gevoel is niet alleen herkenbaar uit de ziekteperiode. Ook nu nog. Ik wil onze kinderen beschermen. Alleen besef ik mij maar al te goed dat onze kinderen geconfronteerd zijn met hun eigen sterfelijkheid. Ze weten niet alleen dat ze op jonge leeftijd kunnen sterven. Ze hebben het ervaren. Ze zagen hun zusje overlijden. Samen keken we machteloos toe. Als ouders waren Yvonne en ik niet in staat onze dochter te beschermen tegen de dood.  

Overigens wil ik aan het vorige toevoegen dat ik het nog altijd een goede keuze vind dat onze kinderen erbij waren toen hun zusje overleed. Het moment van sterven was rustig. Guusje stopte met ademen. Deze werkelijkheid is hard. Maar het is niet anders. Stel dat broers en zussen er niet bij waren geweest. Hoe zouden ze zich dan het overlijden voorstellen? De fantasie van een kind kan erger zijn dan de realiteit van de dood.

Als ik Loes naar school heb gebracht, stap ik een leeg huis binnen. Ik wil naar kantoor vertrekken, maar de stilte voelt zo goed dat ik tot 10 uur thuiswerk. Om 11 uur heb ik een eerste afspraak. ’s Middags een gesprek met mijn manager. Ik geef aan deeltijd te willen gaan werken: vier in plaats van vijf dagen. Ik heb deze zomer nagedacht. Er is afgelopen jaar zoveel gebeurd. Teveel herinneringen in mijn hoofd. Die hebben ruimte en tijd nodig.

Ik ben op tijd thuis voor het avondeten. Er is inloopavond op de basisschool. Loes wil graag haar klas laten zien. Ik bewonder haar schoolspullen en praat met andere ouders. In de hal van de school hangt een foto van Guusje. Een beetje scheef. Ik hang haar even recht.