Dinsdag 14 augustus 2012

Het is rustig in huis. Alleen Loes is vroeg. Klaar om naar school te gaan. Onze zonen slapen nog. Onze oudste dochters zijn op vakantie. Ik heb een afspraak bij de kapper. Daarna snel aan het werk. ’s Ochtends thuis en ’s middags op kantoor.

Yvonne is druk bezig om Anton te voorzien van spullen om het schooljaar goed te kunnen starten. Hij krijgt een stevige fiets. Eentje die tegen een stootje kan. Zijn nieuwe bureau wordt in elkaar gezet. Tussendoor drinken Yvonne en ik een kopje koffie samen. Er worden afspraken op de kalender genoteerd. Bij een groot gezin is een goed overzicht van groot belang. Ik maak elk jaar een eigen kalender. Ieder gezinslid heeft daarop een eigen kolom. Binnenkort zal ik een nieuwe kalender gaan maken voor 2013. Yvonne vraagt wat ik met de kolom van Guusje ga doen. Zij heeft immers geen afspraken meer. Het lijkt op het gesprek van gisteren. Over Guusjes bed.

’s Middags rijd ik naar kantoor in Utrecht. Dit weekend vroeg iemand op een verjaardagsfeest waar ik de afgelopen jaren had gewerkt. Yvonne moest toen lachen. Met handbewegingen gaf ze aan dat ik een lange CV heb. Ik werk nu bij Oracle. Anderhalf jaar geleden kon ik me dat niet voorstellen. Op 10 maart 2011 tekende ik een contract bij het Lorentz Casimir Lyceum in Eindhoven. Drie weken later kreeg Guusje de diagnose kanker. Lesgeven op een middelbare school en zorgen voor een ernstig ziek kind was voor mij een onmogelijke combinatie. Toen ik benaderd werd door Oracle was hun aanbod welkom. Ook na Guusjes overlijden moest ik er niet aan denken weer voor de klas te gaan staan.

Aan het eind van de middag rijd ik terug naar huis. In de auto voer ik een telefoongesprek. Het gaat om het geven van een lezing. Hoe ga je om met een gezin waarvan een kind ernstig ziek is? Dat is het thema. We praten over het taboe dat er heerst op het spreken over kanker en dood. Ook ik hield me vroeger graag ver van deze onderwerpen. Pas door mijn werk als docent kwam ik ermee in aanraking. Toen ontdekte ik dat kanker een heel gezin treft en niet alleen de patiƫnt. Dat rouwprocessen langdurig kunnen zijn. Zeker wanneer het om ouders, broers of zussen gaat.

Ieder mens wordt vroeg of laat geconfronteerd met ernstige ziekte of overlijden in zijn omgeving. Vaak onverwacht. Veel mensen voelen zich dan ongemakkelijk. Ze weten zichzelf geen houding te geven. Ze willen graag helpen of medeleven tonen, maar weten niet hoe. De meeste mensen willen reageren met gevoel. Maar hoe doe je dat? Daar kun je alleen maar achter komen door er over te lezen of over te praten. Niet door te zwijgen.

Het wordt niet de eerste lezing die ik afspreek voor de komende maanden. Er staan al meer bijeenkomsten ingepland waarbij ik ga spreken:

  • 20 september Bibliotheek ’s-Hertogenbosch – meer info klik hier
  • 9 oktober SNF Business Event – meer info klik hier
  • 2 november Nationale Werkconferentie – meer info klik hier

Weer thuis zit Yvonne al te eten. Samen met Hans, Anton en Loes. Ik merk op dat de mannen deze dagen in de meerderheid zijn. Volgens Loes klopt dat niet. Ik vraag of ze wel kan tellen: drie mannen versus twee vrouwen. Loes merkt op dat Guusje er ook is. Zij is er immers altijd.