Woensdag 13 juni 2012

Vroeg in de ochtend lees ik de reacties op mijn blogbericht van gisteren. Toen schreef ik over de documentaire ‘After Maeve’. Gemaakt over een echtpaar na de dood van hun dochter. De moeder had bedacht na een jaar klaar te moeten zijn met rouwen. Het was haar eigen idee. Zo keek ze oorspronkelijk tegen haar rouw aan. Na een jaar kwam ze erachter dat het zo niet werkte. Het was niet voorbij.

Yvonne heeft een afspraak bij de kaakchirurg. Tegen 11 uur parkeer ik de auto bij het TweeSteden Ziekenhuis in Waalwijk. Ik denk aan bloedprikken samen met Guusje. Yvonne aan de eerste röntgenfoto. Als we ons willen melden, is de verpleegkundige van kaakchirurgie in gesprek. Hij bereidt iemand voor op een afspraak. Minstens drie dagen rust houden. Het kan nog langer duren. Zorgen dat er medicijnen in huis zijn tegen de pijn. Klinkt erg bemoedigend, als je dadelijk de stoel in mag. Ik glimlach tegen Yvonne. Ze lacht terug. Ik wrijf over haar rug. Ze is gespannen.

Yvonne gaat mee voor de behandeling. Ik lees ondertussen een boek. Het duurt veel bladzijden. Dan staat Yvonne weer voor me. Ze heeft het moeilijk. Tranen in haar ogen.

‘Het gaat niet?’
‘Nee.’
‘De behandeling?’
‘Die viel wel mee.’
‘Wat dan niet?’
‘De gele gordijnen.’

De behandelkamer nam Yvonne mee terug naar het eerste bezoek aan het ziekenhuis. Samen met Guusje. Gelukkig was de verpleger een warm mens. Hij toonde begrip. In tegenstelling tot de kaakchirurg. Voor hem was het een standaardbehandeling.

We lopen rustig naar buiten. Praten over Guusje. En over de moeder van Yvonne. Met haar lijkt het goed te gaan. Thuis gaat Yvonne op de bank liggen. Ik loop naar school. Vanmorgen was Anton gespannen. Op school heeft hij een werkstuk over kanker gemaakt. Vandaag had hij een spreekbeurt. Als Anton naar buiten komt, vraag ik naar zijn cijfer. Vol trotst meldt hij een 8½.

We wonen in een drukke eenrichtingsstraat. Vandaag straatspeeldag. Vanaf 12 uur geen verkeer. Er wordt zelfs een springkussen opgeblazen. Ik denk aan vorig jaar. Guusje wilde zo graag meedoen. Dat ging niet. Ik heb haar toen vermaakt.

Ik vertrek naar kantoor. Als ik om 7 uur weer thuis ben, hoor ik dat de straatspeeldag gezellig was. Yvonne ligt op de bank. Nog steeds pijn. Hans maakt shoarma voor me warm. Ik eet te veel. Tijdens de voetbalwedstrijd Nederland-Duitsland lig ik uit te buiken op de bank. De wedstrijd is niks. Op Twitter veel humor. Is het vreemd dat er tijdens een slechte wedstrijd van Oranje wordt gelachen? Als ik erover nadenk niet. Tegenstellingen gaan vaak samen. Tijdens mijn rouw zijn er ook niet enkel tranen. De pijn en de lach. Ze wisselen elkaar af.