Vrijdag 25 mei 2012

Het voordeel van mijn werk is dat ik mijn eigen agenda kan indelen. Vanmiddag verzorg ik een gastles voor verpleegkundigen in opleiding. Betekent dat ik ook zaterdag enkele uurtjes ga werken. In de ochtend wordt de rust verbroken. Er heeft iemand te horen gekregen kanker te hebben. Ik houd het anoniem, want daar heeft die persoon om gevraagd. Hoe ga je om met je omgeving bij kanker? Houd je het voor de buitenwereld verborgen of kies je ervoor het iedereen te vertellen. Ik weet nog dat ik vorig jaar op 31 maart een gesprek had met onze kinderen over Guusje. Ik nam het woord ‘kanker’ niet in de mond. Dit keer lichten we onze kinderen wel in. Ze reageren nuchter. Ze weten veel over kanker.

Na de lunch vertrek ik richting Breda. Janneke wil graag een keer mee. Ik geef een gastles aan studenten Verpleegkunde van het Vitalis College. Er was gesproken over een klein klasje bij de voorbereiding. Er zitten meerdere klassen en docenten in het lokaal. Ik heb de KanjerKetting, Chemo-Kasper en Radio Robbie bij me. Afgesproken is een uurtje. Het worden er twee. Ik vertel van diagnose tot overlijden. Benadruk de rol van de verpleging. De groep luistert aandachtig. De sfeer is open. Er worden goede vragen gesteld. Zo vraagt iemand of er veel over Guusje wordt gesproken. Janneke bevestigt. Een studente vult aan. Haar broer heeft kanker. Ze zegt: ‘We spreken er veel over. Het gaat vaak over zijn ziekte. Zelfs als we er niet over praten.’ Aan het eind overhandigen twee studenten aan mij een cheque voor Stichting KanjerGuusje.

Sherilyn en Danique voor Stichting KanjerGuusje

Om 3 uur moeten we echt weg. Janneke wordt over een uur bij de HEMA verwacht. Onderweg zit ze te zuchten. Er staat file. Ze belt haar werkgever. We gaan het niet halen. Vroeger zou ik boos zijn geweest. Boos op de file. Tegenwoordig ben ik rustig. Wachten heb ik in het AMC geleerd. En nu gaat het ook niet om een spannende uitslag. Laat de tijd maar gaan. We komen vanzelf thuis.

Ik wilde vanmiddag duidelijk maken dat verpleegkundigen een positieve bijdrage kunnen leveren. Thuis zie ik de volgende tweet voorbijkomen.

Heb vandaag een gastles gehad, gewoon perfect. Het laat je echt wel denken dat je een belangrijke rol hebt tot mogelijk het eind. Jammer dat veel jonge kinderen worden getroffen door kanker!

’s Avonds laat zijn de jongste kinderen naar bed. Yvonne en ik kijken naar een herhaling van Breingeheim. Het gaat over verdriet. Daan Westerink maakt korte metten met misverstanden over rouw. Ik herken veel van wat ze zegt. Er is niet een fase waar je eerst doorheen moet en daarna ga je verder zoals het vroeger was. Ik ben al vaak gewaarschuwd voor een zwart gat. Ik zou het bewust proberen te ontwijken. Ik heb echter mensen ontmoet die ook een kind hebben verloren en nog nooit in het zwarte gat zijn gevallen. Ieder mens rouwt op z’n eigen manier. Onlangs zei iemand tegen mij dat mijn wijze van rouwen echt niet de norm is. Dat klopt. Van der Heijden is na de dood van zijn zoon Tonio het huis niet meer uit geweest. Dat is zijn manier. Ieder mens is anders. Ieder mens gaat anders om met verlies. Ik ben twee maanden na het overlijden van Guusje aan het werk gegaan. Een volledige baan. Er zijn geen goede of slechte manieren. Het is waar jij je goed bij voelt. Ik denk wel dat er gemene delers zijn: rouw duurt levenslang.

Ik ga niet weg
Ik heb nog wat tijd gekregen
Zal altijd maar doorgaan
Tot aan het eind
Ik heb je voor altijd
Mijn hart gegeven
Ik draag je bij me
Tot het licht straks dooft
Ik draag je bij me
Tot het licht straks dooft