Vrijdag 2 maart 2012

Ik werk thuis. Yvonne is naar Breda. Ik lunch met Anton en Loes. De routine is dat Anton de hond uitlaat en Loes de tafel afruimt. Ik draai het om. Ik heb zin in een korte boswandeling. Even later loop ik met Loes en onze hond door het bos. Onze dochter is een vrolijke prater. Over koetjes en kalfjes. Zonder aanleiding begint ze over Guusje.

‘Ik heb een goed idee’
‘Wat dan?’
‘Als we nou eens van Guusje een pop laten maken?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Bij een speelgoedwinkel.’
‘Hoe kom je bij dit idee?’
‘Heb ik gedroomd.’

In de klas van Loes is deze ochtend gesproken over dromen. De juf vroeg wie er wel eens leuk droomt. Slechts enkele kinderen staken hun hand op. Toen de juf vroeg naar enge dromen, stak iedereen een hand op.

‘Stak jij bij de leuke dromen je hand op?’
‘Ja, samen met nog twee andere kindjes.’
‘Waarbij hoort de droom dat er van Guusje een pop werd gemaakt?’
‘Bij de leuke dromen’

Loes vertelt dat ze vaak leuk droomt over haar overleden zus. Een enkele keer slechts eng. Uit ons gesprek maak ik op dat Loes in haar hoofd veel bezig is met Guusje. Als we thuis komen, gaat ze in de woonkamer op de bank zitten met de iPad. Ik ben in de keuken en hoor muziek van Guus Meeuwis. Deze is afkomstig van de iPad.

‘Waar kijk je naar?’
‘Filmpjes van Guusje.’
‘Waar heb je die gevonden’
‘Ik heb KanjerGuusje ingetikt op de iPad’


In ons gezin is iedereen druk met Guusje. Niet alleen Yvonne en ik. Ook onze kinderen. Ze missen hun zusje. Elke dag opnieuw. Ik vraag me af of de buitenwereld dit beseft. Ook de mensen in onze directe omgeving. Ik vermoed van niet. Zeker als ik terugdenk aan mijn eigen gedrag. Ik had nooit in de gaten dat de impact van verlies zo overweldigend is.

Aan het eind van de middag stappen Yvonne en ik naar binnen bij restaurant De Lakei. Loes is meegelopen. Aan de bar is het drukker dan verwacht. Dit zijn de leveranciers en vrijwilligers die afgelopen week hebben geholpen om van het ‘Dineren voor KanjerGuusje’ een succes te maken. Ze zijn allemaal verzameld voor de officiĆ«le uitreiking van de cheque.

De eigenaars van restaurant De Lakei maken het spannend. Als iedereen staat opgesteld voor de foto en maar liefst twee fotografen met camera’s in de aanslag staan, tonen ze de cheque met het bedrag: 2.750 euro! Er worden veel foto’s gemaakt. Pas daarna kan ik losgaan. Ik ben dolenthousiast. De wijze waarop iedereen heeft meegewerkt om van deze actie een succes te maken is hartverwarmend.



’s Avonds laat schrijf ik dit blogbericht. Nog altijd veel onbeantwoorde e-mails. De afgelopen tijd heb ik regelmatig alleen mijn telefoonnummer doorgegeven als antwoord. Met de boodschap erbij me te bellen. Praten is persoonlijker dan schrijven en gaat vaak sneller. Meestal word ik niet gebeld. Heeft het te maken met de kosten van bellen? Heeft de crisis zo hard toegeslagen? Of vinden mensen het eng om contact met me op te nemen? Ik hoop van niet.

Ik denk terug in de tijd. Hoe zou ik het zelf hebben gevonden? Iemand bellen die een tijdje terug zijn kind heeft verloren. Moeilijk. Ik zou niet hebben gebeld. Waarom? Omdat ik het eng vond. Nu weet ik beter. De dood hoort bij het leven. Laten we er maar niet moeilijk over doen. Gewoon over praten. Vroeg of laat krijgen we er allemaal mee te maken. Dat is doodnormaal.