Vrijdag 3 februari 2012

De weersverwachting is sneeuw. Ik werk thuis. Heb om half 1 een lunchafspraak met Joseph Oubelkas. Hij is de auteur van het boek ‘400 brieven van mijn moeder’. Een tijdje terug ontving ik het van een twittervriendin. Ik had het verhaal van Joseph vorig jaar in de auto gehoord. Hij werd geïnterviewd in het radioprogramma ‘Spijkers met koppen’. Ik heb Yvonne later verteld over het interview. Ik was onder de indruk van zijn ongelofelijke verhaal.

Ik zit nog achter mijn bureau. Wil dadelijk vertrekken. De telefoon gaat. Ik neem op. Het is mijn manager. Ben ik de enige bij wie mensen altijd bellen op het verkeerde tijdstip. De hele ochtend ben ik rustig aan het werken. Er belt niemand. Ben ik van plan om te vertrekken en dan gaat de telefoon.

Een kort telefoongesprek. Op tijd in de auto. Op weg naar Geertruidenberg. De eerste sneeuwvlokken dwarrelen neer. De weg is goed te berijden. Ik rijd momenteel in een Toyota. Met winterbanden. Fijn bij sneeuw. Een ingebouwd navigatiesysteem. Eentje waarvoor je gestudeerd moet hebben. Ik snap nog steeds niet hoe deze werkt. Ik zou de handleiding kunnen lezen, maar ik ben een Apple-mannetje. Hou daar niet van.

Joseph heeft me uitgenodigd voor een lunch bij Zus en Zooz. Als ik de deurknop pak, gaat mijn telefoon. Een onbekend nummer. Ik neem op. Het Friesch Dagblad wil een interview. Dat kan. Maar niet nu. We spreken af voor 3 uur. Dan ben ik weer thuis en kan ik rustig spreken.

We krijgen de lunchkaart. Joseph is een spraakwaterval. Ik ook. We komen bijna niet aan bestellen toe. Joseph weet veel van verkoopaantallen. Hij is onder de indruk. Duizenden boeken in enkele weken. Een onbekende auteur. Dat is niet gewoon. Zo veel mensen die met Guusje meeleven.

Gisteren sprak ik met Daan. Vandaag met Joseph. Twee mensen met kracht. Joseph zat 1637 dagen onschuldig gevangen in Marokko. Deze onmenselijke ervaring heeft in Joseph een kracht losgemaakt. Hij deelt zijn verhaal op veel plaatsen in het land. Hij relativeert de dagelijkse werkelijkheid van klagen en zeuren. Ik vind hem een inspirerend man. De lunch loopt uit. We zouden nog lang kunnen praten. Om 3 uur sta ik bij mijn auto. Dan gaat de telefoon. Wie zou dat zijn? Het Friesch Dagblad.

Correspondent Anja opent met de signeersessie van morgen. In Heerenveen. Ik veeg de ingesneeuwde auto schoon. Als dat maar doorgaat met zoveel sneeuw. Terugrijdend naar huis word ik geïnterviewd.

Thuis kijk ik terug op twee mooie ontmoetingen. Gisteren met Daan. Vandaag met Joseph. Er zijn parallellen in onze verhalen. Iets vreselijks meemaken en van daaruit de kracht vinden om een positieve draai aan je leven te geven. Het klinkt mooi. Ik vind het hard werken. Joseph verwoordde het vandaag treffend. Toen hij gevangen zat, vroeg hij andere gevangen waaraan ze ’s morgens als eerste dachten. Hij kreeg steevast als antwoord: mijn kinderen.

In de avonduren lekker bankhangen met de kinderen. Aan het eind van de avond heeft, dankzij een twittervriendin, het boek een eigen pagina op Facebook. Ook is het artikel dat morgen in het Friesch Dagblad verschijnt al te lezen.

Ik ben blij dat ik de kans krijg om het verhaal via blog en boek te vertellen. Dat veel mensen het verhaal over Guusje willen lezen. De gesprekken van de afgelopen dagen doen me beseffen: er is nog meer te delen.