Zaterdag 17 september 2011

Ik word wakker. Kijk op de wekker. Het is zaterdagochtend. Nog even slapen. Wat ben ik moe. Vandaag niet werken. Wat ben ik daar aan toe. Guus Meeuwis zingt in mijn hoofd.

als wij vandaag eens niets doen
niet iets van veel belang
want als je helemaal niets doet
duurt de dag zo lekker lang
als we vandaag alles vergeten
dan gaan de uren traag voorbij
en voor mijn gevoel
ben jij dan langer dicht bij mij

Een heerlijke gedachte. Niets doen. Dat gaat het vandaag niet worden. Onze zoon Anton is jarig. Hij wordt twaalf. Even later ga ik met Janneke, Lisa, Hans en Loes de trap op naar de zolderkamer. Yvonne en Guusje staan onderaan de trap. We zingen voor Anton. Hoe lang heeft hij liggen wachten? Misschien niet lang. Ik noem Anton altijd onze professionele uitslaper. Op zeer jonge leeftijd kon hij al uitslapen. Nog steeds lijkt hij onverslaanbaar. Toch niet op zijn verjaardag? Dat kan niet. Voor elk kind is zijn verjaardag het hoogtepunt van het jaar. Ook Anton kijkt al weken uit naar deze dag.

Even later zitten we met acht personen in bed. In de ouderslaapkamer. Anton krijgt felicitaties en cadeautjes. Daarna samen ontbijten. De ochtend is gevuld met boodschappen. Guusje ligt op de bank. De meeste tijd met haar ogen dicht.

Na de lunch komen er vijf vrienden van Anton. We vertekken naar zwemparadijs De Tongelreep in Eindhoven. Broer Hans gaat ook mee. Als ik Guusje een zoen geef, merk ik op dat ze waarschijnlijk erg moe is. Ze slaapt bijna de hele tijd. Guusje kijkt me aan en zegt met een dun stemmetje: “Ik ben niet moe. Ik heb veel pijn.” Wat moet ik hiermee. Geen idee. Even later rijd ik richting Eindhoven. Zeven jongens in mijn auto. Meiden kunnen kakelen. Jongens ook, zo te horen.

Een verjaardagsfeest in een zwemparadijs is geweldig. De hele middag kan ik niets doen. Op een stoeltje langs de kant. Rustig lees ik de krant.
Als het zwembad aan het einde van de middag sluit, is dat volgens de jongens veel te vroeg. Een goed teken. Ze zouden nog uren door kunnen gaan.
Terwijl we teruglopen naar de auto bel ik met Yvonne. Als ik klaar ben met het gesprek, komt Anton naar me toe. Hij vraagt of alles goed is met Guusje. Wat een betrokkenheid. Ook voor onze kinderen is het spannend. Hoe gaat het met hun zieke zus?

Thuisgekomen is ook mijn vraag inmiddels een constante factor. Hoe is het met Guusje? De openingsvraag om mee thuis te komen. Yvonne vertelt dat de middag goed is geweest. Dat lucht op.

Ik vertrek naar mijn vriend Hans. Hij wordt vandaag vijftig. Onze zoon Hans dankt zijn naam aan deze vriend. Alleen is deze vriend Hans op dezelfde dag jarig als onze zoon Anton. Die overigens is vernoemd naar mijn broer. Kunt u het nog volgen? Hoeft ook niet. Bij vriend Hans spreek ik over over Guusje. Prettige gesprekken. Vooral fijn als mensen het blog kennen. Dan is het niet nodig om de hele ziektegeschiedenis te vertellen.

Ik merk dat veel mensen een vast moment hebben waarop ze het blog lezen. Aan het einde van de dag. Net voor het slapengaan.
Op weg naar het werk. Wachtend op de veerpont.
In de drukte van de ochtend. Even een rustpunt.
Veel mensen leven met ons mee. Doet ons goed. Geeft ons een steun. Niet alle mensen kennen wij persoonlijk. Toch zou ik wel eens willen weten wie Wilma is. Ze reageert als mijn oude buurmeisje, maar ik heb geen idee.

Na middernacht kom ik thuis. Yvonne ligt in bed. Hoe is het met Guusje? De avond verliep goed. Televisie kijken en spelletjes spelen. Laat naar bed en niets meer gehoord. Dat klinkt goed. Nu kan ik ook rustig slapen.